Routinier Jacco Tuinstra na terugkeer bij Hoogeveen nog vol ambities

Jacco Tuinstra. Foto: Gerjo Stegeman
Enigszins verrassend is de terugkeer op het veld bij Hoogeveen wel. „Het beviel prima bij De Weide, maar ze gingen verjongen waardoor er geen plek meer voor mij was. Ik wilde wel graag blijven voetballen in een eerste elftal. Toevallig kwam ik Danny van der Sleen tegen (technische commissie Hoogeveen, red.) en kwam een terugkeer bij Hoogeveen zaterdag ter sprake.”
De geboren Fries heeft al negen clubs achter zijn naam staan. Toch wil hij zich geen clubhopper noemen. „Ik keer nu terug bij een club waar ik al eerder heb gespeeld. Verder ben ik vanuit Friesland verhuisd naar deze omgeving, waardoor ik automatisch op zoek moest naar wat anders. Daarnaast wil je op een zo hoog mogelijk niveau spelen. Bij elke club waar ik heb gespeeld kan ik met een glimlach binnenkomen, dus dat zegt ook wel iets.”
Fitheid
Door de combi zaal- en veldvoetbal is Tuinstra bijna dagelijks actief. De coronabreak was voor hem toch niet lastig. „Ik heb mij volledig gestort op het hardlopen en wielrennen, dus wat dat betreft kon ik mijn energie goed kwijt. Aan de fitheid zal het dus niet liggen, maar het is natuurlijk weer heerlijk om met de hele groep samen te kunnen voetballen. Met dat in kleine groepjes trainen had ik het wel gehad. De trainers hebben ontzettend hun best gedaan, maar het is niet wat je wilt.”
Eerste divisie
Met het zaalteam van Hoogeveen hoopt de middenvelder weer mee te doen om promotie naar de eerste divisie, het op één na hoogste niveau. „Ik verwacht niet dat we onze ambities moeten bijstellen. Natuurlijk hebben we niet het jongste team, maar dat horen we ieder jaar. We zijn gewoon uitstekend op elkaar ingespeeld. We gaan komend seizoen dan ook niet voor niets voetballen en vol voor het kampioenschap. De eerste divisie heb ik bij een andere club al eens meegemaakt en dat wil ik graag met Hoogeveen nog een keer herhalen.”
Ook met Hoogeveen zaterdag gaat hij voor het hoogst haalbare. Het zegt iets over de enorme drive die Tuinstra heeft. „Als ik een potje voetbal speel, al is het op de training, dan wil ik winnen. Op het veld of in de zaal maakt voor mij geen verschil. Je gaat voor het hoogst haalbare. Het klinkt misschien altijd heel overdreven als mensen uitspreken dat ze kampioen willen worden, maar ik vind dat niet meer dan logisch. Als je die instelling niet hebt, ben je recreant en moet je niet in een eerste elftal gaan spelen.”