John van ’t Hoff winnaar Nederlands kampioenschap 2e klasse libre na drie spannende speeldagen bij HBC. Johan Eijkenboom behaalde de hoogste serie met 43 caramboles.

De medaille winnaars v.l.n.r.: Johan Eijkenboom (Maastricht; 2e plaats), John van 't Hof (Abbekerk, 1e plaats) en Mark Vos (Oss, 3e plaats). Henk de Keyzer
Op vrijdagavond werden twee ronden gespeeld. De beste partij kwam daarbij op naam van Jules Fikkers (Harderwijk), die zijn partij in zestien beurten afsloot. De hoogste serie van die avond kwam op naam van Maarten van der Ven (Tilburg) en Hans Warners (Vries) met 29 caramboles. Johan Eijkenboom (Maastricht) won als enige zijn beide partijen.
Drie ronden op zaterdag
Op zaterdag werden vervolgens drie ronden gespeeld. Daarvan verloor Eijkenboom er een en kwam John van ’t Hof (Abbekerk) op gelijke hoogte door zijn drie partijen te winnen en ook op acht punten kwam. Vervolgens volgden drie deelnemers met zes punten: Hans Warners (Vries), Edwin Berends (Zevenaar) en Mark Vos (Oss). De kortste partij op zaterdag kwam op naam van Van ’t Hoff, die zijn 90 caramboles maakte in elf beurten. Eijkenboom had de hoogste serie: 38 caramboles.
Beslissing op zondag
Op zondag wonnen zowel Eijkenboom als Van ’t Hof hun zesde partij, waarbij Van ’t Hoff de kortste partij van het toernooi speelde met 90 caramboles in zeven beurten met ene hoogste serie van 39. De beslissing moest dus vallen in de zevende en laatste ronde. Van ’t Hof en Eijkenboom speelden daarbij niet tegen elkaar. Van ‘t Hof was met zijn partij het snelste. Hij won zijn partij in twaalf beurten. De laatste partij van Johan Eijkenboom tegen de 86-jarige Hans Warners werd een thriller. Johan begon wat moeizaam, maar hij nam in de twaalfde beurt met een serie van 43 afstand van Hans (stand 78-51). Daarna stokte het echter bij Johan en kwam Hans stapje voor stapje dichterbij, waarna Hans de partij winnend afsloot na tweeëntwintig beurten. John van ’t Hoff werd daardoor kampioen, Johan Eijkenboom eindigde als tweede en Mark Vos als derde. De overige plaatsen werden achtereenvolgens ingenomen door Hans Warners, Edwin Behrends, Jules Fikkers, Henri Bos (Gouda) en Maarten van der Ven (Tilburg). Het toernooigemiddelde bedroeg 3,964; de hoogste serie was 43.