Doelman Jorn-Jan van de Beld wil bij hoofdklasser Hoogeveen volgende stap zetten

Jorn-Jan van de Beld. Foto: Gerjo Stegeman
De doelman, die zeven jaar in de jeugdopleiding van FC Twente speelde, werd tot nu toe vooral herinnerd aan zijn competitiedebuut bij HHC. „Het was een hoogte- en dieptepunt in één. Ik mocht in de uitwedstrijd bij Spakenburg invallen voor Ramon Nijland die geblesseerd raakte. Prachtig om mee te maken. Het is één van de grootste wedstrijden die je kunt spelen op topamateurniveau in een geweldige entourage. Niet veel later raakte ik zelf in dezelfde wedstrijd ook zwaar geblesseerd, waardoor ook ik niet verder kon.”
Vervolgstap
Zoals Van de Beld al aangaf was het nu tijd om een vervolgstap te maken. „Ondanks dat ik niet speelde, heb ik bij HHC natuurlijk enorm veel geleerd. Het is prachtig en ook uitdagend om op een heel hoog niveau te trainen. Voor mijn ontwikkeling is dat ook goed geweest en ik heb er veel plezier aan beleefd. Op een gegeven moment wil je echter zelf in een eerste elftal spelen op een zo’n hoog mogelijk niveau.”
HHC Hardenberg en Hoogeveen hebben de afgelopen jaren een goede band met elkaar opgebouwd. Een aantal spelers van HHC maakte al eerder de stap naar Hoogeveen en Thomas Reinders bewandelde deze zomer de omgekeerde weg. „Dat heeft zeker ook meegespeeld in mijn keuze. Er is ook afgesproken dat ze mij blijven volgen. Ik heb nog steeds goed contact met keeperstrainer Sander Danes en dat zal ook zo blijven. Via Hoogeveen hoop ik uiteindelijk alsnog een basisplaats te kunnen veroveren bij HHC.”
Helemaal onvoorbereid is de nieuwe aanwinst niet. „Nick Borgman was afgelopen seizoen één van mijn concurrenten en heeft via Hoogeveen ook de stap hogerop kunnen zetten. Hij is eigenlijk nu waar ik over een aantal jaren wil zijn. Met hem heb ik regelmatig gesproken. Hij bevestigde dat het voor mij een goede club zou zijn om mij verder te ontwikkelen.”
Avontuur
Anderhalf jaar geleden zocht hij het avontuur in de Verenigde Staten. „Daar heb ik een half jaar gestudeerd en gevoetbald. Net voordat de coronacrisis uitbrak was ik terug. In eerste instantie vond ik dat toen jammer, maar achteraf ben ik er natuurlijk blij mee. Het was een geweldige ervaring. Ze beleven daar voetbal en sport op een totaal andere manier. Veel tijd voor andere dingen was er niet. Ze pakten het heel professioneel aan. We trainden zes keer per week, moesten vroeg op en daarnaast natuurlijk ook nog je vakken volgen voor je studie.”