De koeien van Vleesveebedrijf Ter Schure hebben een goed leven. Mals vlees van een boer die van zijn koeien houdt

De Blonde d’Aquitaine koeien van Vleesveebedrijf Ter Schure in Basse hebben een goed leven. In de zomer lopen de dieren in de wei en de kalfjes blijven bij hun moeder. Eigenaren Harmen (42) en Marianne (43) ter Schure verkopen het malse vlees van de volwassen dieren ook vanaf hun eigen boerderij aan de Basserweg. „Zorgvuldig uitgezocht kwaliteitsvee en dat proef je!”

Op een druilige juniavond rijden Harmen en Marianne nog even met hun dochter Sigrid (8) en zoon Herwin (5) naar de wei waarin op dat moment elf koeien en tien kalfjes lopen. Later komen er nog meer bij, aldus Harmen. Die wei ligt pal tegenover zijn ouderlijk huis. „Mijn vader was veehandelaar en van kleins af aan kwam ik al in aanraking met koeien”, vertelt hij. Na een technische opleiding besluit hij ook zelf in het vee verder te gaan. Samen met Marianne koopt hij in 2011 de boerderij aan de Basserweg 4. Zij groeit op in Spanga, waar haar ouders een melkveebedrijf runnen. Naast het werk op de boerderij, heeft ze ook nog een baan van drie dagen als assistent accountant. Als we de wei inlopen, komen de Blonde d’Aquitaine koeien voorzichtig, maar wel nieuwsgierig dichterbij. „Dit Franse ras staat bekend als onstuimig, maar onze koeien zijn dat helemaal niet”, demonstreert Harmen als hij een koe een paar brokjes uit zijn hand laat eten. „De boer die wilde koeien heeft, is vaak ook een wilde boer”, zegt hij lachend.