Welke gemeente maakt het meeste plaats voor groen. Hoogeveen doet mee aan het NK Tegelwippen

Een voorbeeld van tegelwippen.

Een voorbeeld van tegelwippen. Foto: gemeente Steenwijkerland

Gemeente Hoogeveen is aangemeld voor het NK tegelwippen. Welke gemeente wipt de meeste tegels en maakt plaats voor groen? In Hoogeveen zijn er in ieder geval genoeg tegels die gewipt kunnen worden.

De gemeenten Meppel, de Wolden, Hoogeveen, Westerveld, Midden- Drenthe en Steenwijkerland gaan de strijd met elkaar aan. Onze stelling luidde deze week dan ook: Ik wil best een of meerdere tegels uit mijn tuin halen zodat het regenwater beter de grond intrekt. Van de stemmers op Instagram was 77 procent het eens met de stelling en 21 procent het oneens. Op de site was dat ... procent eens en ... oneens.

Op Facebook waren de reacties uiteenlopend. „De gemeente kapt, snoeit en rooit zelf alle bosjes, planten en bomen, maar nu willen ze wel graag dat iedereen in zijn eigen tuin alles gaat aanpassen om het regenwater mooi af te voeren”, meent iemand. „Kappen en snoeien is onderhoud , ik weet niet of jij een tuin hebt, maar in deze tijd van het jaar moeten sommige struiken gesnoeid worden anders bloeien ze niet”, reageert een ander daarop. Waarna er een gesprek ontstaat waaruit blijkt dat er enige onvrede is dat: „dingen beslist en bepaald worden door mensen die niet uit de betreffende straat/wijk of plek komen maar wel bepalen hoe iets moet worden.”

De meerderheid vindt het een goed plan: „Er zijn veel tuinen waar alleen maar bestrating ligt en het water kan nergens heen.” Een ander grapt: „Nou heeeel misschien 1 tegeltje dan als jullie beloven dat het water dan wegloopt en ik kaplaarzen dan uit kan doen dan doe ik het”.

Het NK tegelwippen sluit mooi aan op de subsidieregeling die de deelnemende gemeenten sinds 1 maart hebben en waaraan de provincies Drenthe, Overijssel en waterschap Drents Overijsselse Delta meebetalen. Doel is bewustwording en inwoners te helpen met aanpassingen in tuinen en/of leefomgeving. Dit om beter voorbereid te zijn op weersextremen.