Vincent van Gogh een topsporter op een hindernisbaan? | Historie

Het Van Gogh huis aan de Pesserstraat, nu opnieuw voor reizigers om te logeren. Foto Albert Metselaar
Ooit had ik een interview met een viervoudig wereldkampioen, voor een zaal vol met mensen. We maakten grapjes over K1, K2 en K3, en voor wie hem nu al vergeten is: het ging om Semmy Schilt, met zijn 2 meter 12 een groot man, letterlijk en figuurlijk in de vechtsport K1. De zaal zat vol met mensen met chronische psychische problemen. Het gesprek? We hadden het over de vergelijkingen tussen topsport en leven met die psychische handicap. Wie aan een chronische psychische kwaal lijdt, leeft als een topsporter en moet inzet vertonen voor het algemeen dagelijks leven dat ermee vergelijkbaar is. Wil je dan ook nog boven dat alledaagse uitstijgen, dan is het een toptopprestatie. En dat is weer vergelijkbaar met wat Vincent van Gogh probeerde te doen.
Bij zijn komst naar Drenthe, 11 september 1883, had Vincent al genoeg afknappers achter de rug. Weg van een goeie opleiding, ontslagen als kerkelijk werker, trammelant met vader, een relatie met de prostituée Sien die mislukte, omdat hij niet voor inkomsten kon zorgen. Nu koos hij ook niet altijd de gemakkelijkste weg, maar dat hoorde bij zijn problematiek. Wat kunnen we van Vincent weten?