Spaarbankbos het toneel voor herdenking Franse vergeldingsactie 1945: Fransen worden verdreven door de Duitsers

De Special Air Service wordt nagespeeld op 7 april.

De Special Air Service wordt nagespeeld op 7 april. Foto: Pixabay

Zevenhonderd Franse parachutisten van Special Air Service (SAS) landden in de nacht van 7 op 8 april 1945 in Drenthe tijdens Operation Amherst. De operatie was ter voorbereiding op de bevrijding van Noord-Nederland door het Canadese leger.

In die beruchte nacht landden een groep Fransen ook in het Spaarbankbos. Door de plaatselijke burgers en het verzet werden ze gewezen op een Duitse wagen waar munitie in was opgeslagen. De truck stond in het Beukenlaantje bij het voormalige Noorderhuis, wat nu de Santbrincke is. „De Fransen hebben de Duitsers die avond aangevallen en hun wagen opgeblazen”, vertelt John Danker.

Beukenbomen laten herinnering achter

De plek waar de vergelding plaatsvond is nog steeds te herkennen aan de kapotte beukenbomen. „Na de oorlog zijn er nieuwe beuken geplant maar de oude staan ook nog half overeind.” Martinus Drent woonde aan de Fluitenbergseweg en was op het moment van de ontploffing op zijn land aan het ploegen. Drent moest door de verse grond kruipen om naar zijn huis te komen. „Het paard dat voor de boerderij stond was ontsnapt maar kwam later zelf weer naar huis”, weet Danker.

De Duitse truck zat vol met 2 centimeter FLAK-munitie en heeft lange tijd staan knallen. Na de aanval van de Fransen werden ze verdreven door de Duitse versterkingen, die vanaf Beilen oprukten. „Die strijd heeft nog enige tijd gewoed aan de Wijsterseweg, voordat de Fransen zich terugtrokken richting Coevorden.”

Statisch uitbeelden

Om deze aanval te herdenken gaat een groep re-enactors de beruchte nacht na spelen in het Spaarbankbos. Op 8 april van 12.00 tot 16.00 uur wordt dit statisch uitgebeeld. „We hadden het evenement graag nog mooier gemaakt met knalmunitie, maar dat mag niet door de nieuwe QuickScan en de stikstofwetten”, zucht Danker. „Ook al is de uitstoot nihil en maken we weinig lawaai, mag het helaas niet”.