Professionaliteit van Nederlandse topclubs in teamsportcompetities verschilt sterk per sport en regio

In Hoogeveen zien de teamsportverenigingen geen extreme terugloop bij de jongeren.

In Hoogeveen zien de teamsportverenigingen geen extreme terugloop bij de jongeren. Foto Pixabay

De professionaliteit van topclubs in de Nederlandse topcompetitie van handbal, hockey, korfbal, volleybal en waterpolo verschilt enorm. Hockey lijkt het professioneelst, handbal het minst. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder topclubs.

Bij professionaliteit van de competitie gaat het om zaken als financiële organisatie, bezoekersaantallen, kwaliteit en opleiding van trainer-coaches en media-aandacht voor de sport. Ook blijkt de professionaliteit samen te hangen met de inkomsten van topverenigingen. Hockeyverenigingen hebben het hoogste inkomen. Hier is het niveau van de competitie ook het hoogst, krijgen wedstrijden de meeste bezoekers, trainers het meest betaald en krijgt de sport, landelijk, de meeste media-aandacht. Bij handbal is dat precies andersom.

Clubs die nog minder ver zijn hebben vooral behoefte aan ondersteuning op onderdelen als financiën, media-aandacht, accommodaties en faciliteiten. Bij handbal komen de minste bezoekers en zijn de inkomsten het laagst. Bij korfbal, komen na hockey, de meeste bezoekers. Ook is de landelijke media-aandacht hier groot.

Volleybal is de enige sport waar gemiddeld meer inkomsten uit sponsoring wordt gehaald dan uit contributie. Het compeitieniveau ligt hier lager. Waterpolo krijgt net iets meer inkomsten binnen dan handbal. Bij deze sport ligt het bezoekersaantal, de media-aandacht en het opleiden van trainers laag.