Pijlstaartvlinder is een flinke hap voor een vleermuis. De rupsen nemen bij schrik de sphinxhouding aan
Natuurcorrespondent Hero Moorlag vertelt wekelijks in de rubriek Groen en Doen over uiteenlopende onderwerpen op het gebied van flora en fauna. Deze week schrijft hij over de pijlstaartvlinder en de heivlinder.

Populierenpijlstaartrups in sphinxhouding. Foto: Edwin de Weerd
Kleinzoon Mathijs vond op een winkelruit in de Hoofdstraat in Hoogeveen een populierenpijlstaart, een forse nachtvlinder. Kennelijk had de pijlstaart ’s nachts nectar gedronken uit een van de bloemen in de bloembakken in de middenberm. Augustus is vooral de maand van de kleurrijkste pijlstaartvlinder, groot avondrood. Wie de indrukwekkende pinkdikke rups op fuchsia’s in de tuin vindt of in de natuur op wilgenroosje of kattenstaart, ziet dat op het achterste segment een kromme harde stekel staat. Daaraan hebben pijlstaarten hun naam te danken. Deze rups lijkt op het eerste segment afschrikwekkende ogen te hebben. Zo gauw hij wordt bedreigd, neemt de rups de sphinxhouding aan. Vandaar dat sommige pijlstaartvlinders wetenschappelijk worden aangeduid met Sphinx en alle soorten met de groepsnaam Sphingidae. De dennenpijlstaart heet wetenschappelijk Sphinx pinastri, de ligusterpijlstaart Sphinx ligustri. De dagactieve kolibrievlinder is een pijlstaart die we druk bezig kunnen zien op vlinderstruik en Verbena in de tuin.