Paddenstoelen zoeken in de oudste bossen van Drenthe. Bossen op Schoonhoven worden doorsneden met wijken

Bietengordijnzwammen. Foto: Hero Moorlag
‘Wild en woest en ledig lag het ruwe veen, slechts de heide vlocht er kransen overheen’, dichtte ooit dominee A. Winkler-Prins in zijn veenkoloniaal volkslied. De veentijd ligt ver achter ons. De Algemene Compagnie van de 5000 Morgen van 1633, met de ondercompagnieën Hollandsche Compagnie, Benticks Compagnie en Echtens – of Adellijke Compagnie, bestaat niet meer. Het veld van de Hollandsche Compagnie werd het Hollandsche Veld.
Het boterde niet tussen de verschillende compagnieën en de ‘Hollandsche Heren’. In de loop van de jaren viel de Hollandsche Compagnie uiteen in Warmonts Compagnie, Cools Compagnie en Schoonhovens Compagnie. Alle compagnieën ontwaterden het veen door wijken te graven. En alle compagnieën gingen ertoe over bossen aan te planten op de dalgrond die overbleef na de vervening aan het einde van de negentiende eeuw. Houtteelt was het motto. In 1921 besloeg het bosareaal 1741 hectare. De huidige bossen rond Hollandscheveld worden beschouwd als de oudste van Drenthe.
‘Rechtuut’, dat mag je wel zeggen, want het lijkt of er een liniaal is getrokken over het Hollandsche Veld. Rechte boslanen, rechte wijken. Het Rechtuit was ooit een van de oudste wijken. De bossen rond recreatieplas Schoonhoven werden enkele jaren geleden overgedragen aan Stichting Het Drentse Landschap. Het beheer is erop gericht de biodiversiteit zoveel mogelijk in stand te houden en uit te breiden. Wat je nu ziet, zijn bossen met respectabele eiken.
Maar ook hier sloeg in sparrenbossen de letterzetter toe, waardoor je bij Schoonhoven enkele kapvlakten ziet. De Plantenwerkgroep van IVN-afdeling Hoogeveen gaat er in de herfst toe over paddenstoelen te inventariseren. De groep ging naar het Spaarbankbos, Boswachterij Gees en onlangs naar de bossen van Schoonhoven. In de mosbermen op de parkeerplaats van restaurant Schoonhoven vonden we al tien soorten. We namen het bos aan de noordkant van de parkeerplaats en vonden in totaal 47 soorten paddenstoelen, waaronder nevelzwam (in heksenkring), roodbruine schijnridderzwam, witsteelfranjehoed, sombere honingzwam, soorten russula’s en bietengordijnzwam. Die laatste moet je even ruiken. Hij ruikt naar een keuken waarin rode bieten worden gekookt.
Knotszwammen en mycena’s
Direct in het begin vonden we bij een heksenkring van nevelzwammen enkele honderden draadknotszwammen. Dé paddenstoelenkenner van Drenthe, Eef Arnolds, bekend van drie delen Ecologische Atlas van Paddenstoelen in Drenthe (2015), vertelde me eens dat het massaal voorkomen van draadknotszwammen een gevolg is van de stikstofdepositie. Het zijn okergele draadjes die soms in toefjes bijelkaar staan (foto). Meteen zochten we naar de pijpknotszwam, maar vonden die pas op een liggende berk aan het einde van de tocht. Prachtig zwammetje. In het bos bij Huize Echten staan ze ieder jaar op afgevallen bladeren. Daar worden ze 15 cm. Uiterst talrijk zijn de mycenasoorten, vooral in de moskussens onder Douglassparren.
Dat zijn kleefsteelmycena’s. Tegenwoordig moet je achter deze naam SL zetten, sensu lato, want deze soort behoort tot de gróep kleefsteeltjes. De aparte soorten kun je alleen op naam brengen door sporen te vangen en die onder de microscoop te determineren. Kleefsteelmycena SL is dus altijd een kleefsteel in bredere zin. We vonden ook gewone mycena, zwarte melksteelmycena en een groepje fraaisteelmycena’s. Naast het bospad stond een fraai oranje rupsendoder. In een paar uur 47 soorten paddenstoelen was bepaald niet slecht. De veenwijken zijn nu boswijken, meest dichtgegroeid. Wie tijdens een wandeling langs een wijk metershoge koningsvarens vindt, weet dat deze plant er in de veentijd niet was. Van het oorspronkelijke veengebied is alleen Dalerpeel over.