Normale sprong van vijf reeën wordt zeldzaam. In de Kiersche Wijde bij Meppel lopen altijd reeën
Natuurcorrespondent Hero Moorlag vertelt wekelijks in de rubriek Groen en Doen over uiteenlopende onderwerpen op het gebied van flora en fauna. Dit keer schrijft hij over reeën en ganzen.

Ganzen en reeën in de Kiersche Wijde. Foto: Hero Moorlag
Wat is er aan de hand met reeën? In het ene natuurgebied zie je één, soms twee, in een andere niet één. Drie reeën in winterhaar is pas een sprong. In het boek ‘Corro de Reebok’ beschrijf ik de reeën van Klein van Begin en de Wijken van Eleveld ten westen van de Pesserdijk in Hoogeveen. Toen, in de tachtigerjaren, zag je altijd de normale sprong van vijf reeën. Soms zochten twee sprongen van vijf elkaar op en liepen er tien reeën in het veld tussen de bossen aan de Pesserdijk. Corro volgde ik acht jaar vanaf zijn geboorte tot zijn dood (afschot). Hij was toen moordenaar geworden, een teruggezette bok zonder enden aan zijn gewei. Twee dolken stonden op zijn oude kop. Daarmee beschadigde hij gaffelbokken en jonge zesenders. Hij was heimelijk geworden, liep alleen, ergerde zich aan de drukte van jonge reeën. Ik vroeg de jager hem pas na de bronst af te schieten. Dan kon Corro zijn sterke erfelijke eigenschappen nog één keer overdragen. Dat gebeurde.