Het aanzeggen van de bijen: internationaal oud gebruik

Zelfs achter Ziekenhuis Bethesda stond ooit een bijenstal. Foto: Archief Albert Metselaar

Historicus Albert Metselaar duikt wekelijks voor de Hoogeveensche Courant in het verleden. Deze keer: het aanzeggen van de bijen: een internationaal oud gebruik.

Het zal niemand ontgaan zijn dat Koningin Elizabeth van het Verenigd Koninkrijk is overleden. Wat velen vast wel ontging, is de traditie rond haar bijen. Het was een typisch Engelse folkore, zo melden de kranten in Engeland: de bijen werd aangezegd dat de eigenaar was overleden. Het was een eeuwenoud gebruik, zo werd gezegd. De 79-jarige John Chapple is de koninklijke bijenhouder. Koningin Elizabeth had bijenstallen op zowel Clarence House als Buckingham Palace. Vrijdag 9 september jl. reisde hij naar beide locaties, om het nieuws ‘aan te zeggen’. Hij vertelde erover:

„I’m at the hives now and it is traditional when someone dies that you go to the hives and say a little prayer and put a black ribbon on the hive. I drape the hives with black ribbon with a bow. You knock on each hive and say, ‘The mistress is dead, but don’t you go. Your master will be a good master to you,” Oftewel: “Ik ben nu bij de korven en het is traditie dat wanneer iemand overlijd, dat je naar de korven gaat, een gebed zegt en een zwart lint op de korf hangt. Ik drappeerde het zwarte lint met een boog over de korf. Je klopt op iedere korf en zegt: De meesteres is dood, maar ga niet weg. Je meester zal ook een goeie meester voor je zijn.”

Het aanzeggen van de bijen wordt al genoemd in een Grieks gedicht in de 5e eeuw voor Christus. In Engelse publicaties vinden we vermeld dat er mogelijk een Keltische oorsprong van het gebruik is, maar dat het vooral naar voren leek te komen in de 18e en 19e eeuw in West Europa en de Verenigde Staten. Dat kan overigens ook te maken hebben met de interesse in diverse volksgebruiken, die toen opkwam. Mark Twain (1835-1910) nam een verhaal daarover op in zijn boek ‘Huckleberry Finn’. Aangezien Noord-Europa niet Keltisch was, en ook de oude Grieken daar buiten stonden, is het aannemelijk dat het gebruik uit de oudste landbouwculturen stamt, waaruit al deze volkeren voortgekomen zijn. Waarom men het deed? In ieder geval geeft het de band weer tussen de mens en de bijen. Er wordt in de literatuur gewezen op de ziel van de mens, die met een bij werd vergeleken. Iedere cultuur kan zijn eigen reden hebben gehad, maar centraal daarin leek te staan: de zorg voor het bijenvolk. En met het ‘aanzeggen’ kregen de bijen een status, waarbij ze andere dieren ontstegen. Het werden partners, de iemker en zijn volkeren.


De manier waarop het ‘aanzeggen’ was zo uiteenlopend, dat er geen vast patroon naar voren kwam. De één hield het bij een simpele mededeling, de ander vlocht er eigen woorden en handelingen omheen. Jan van der Veen Azn., publiceerde in 1839 in zijn boekje ‘Drentsch Mosaïk’ een gebruik dat in 1839 nog opgang had gedaan. Als een iemker in de gemeente Hoogeveen was overleden “is een der naaste bloedverwanten van de overledene, of in enkele gevallen, bij gebreke van dezen, een zijner buren gehouden, om naar des overledenens bijenstal te gaan en met ongedekte hoofde bij langs de iemenhuven, bijenkorven, gaande aan het nijver gonzend volkje deze woorden luide te spreken: ‘De weedwe (of kinderen) van ......... lat (of latten) oe bekend maoken, dat heur man (of heur vaar) aoverleden is.’ Wel zal men zich wachten, om aan deze formaliteit iets te kort te doen, want - zegt het bijengeloof - het simpel nalaten derzelve heeft ten gevolge, dat de iemen, bijen, de weduwe van de overledene of zijn erven niet als hare rechtmatige mees¬teresse of als hare ‘heerschappen’ zullen erkennen, omdat deze of dezen ook haar niet naar eis erkend hebben, en de door haar bewoonde korven binnen weinige dagen zullen verlaten, om een nieuwe meester op te zoeken. O onverstand, bijgeloof! riepen we met Beets uit, toen we hoorden, dat in het jaar 1839 gemeld gebruik in de volkrijke Hoogeveense gemeente nog schatting was gebracht.”


De laatste van wie in Hoogeveen en omstreken tot op heden bekend is dat hij ceremonieel zijn bijen liet aanzeggen, is de alleenstaande Reinder Smit (geb.1924) van de Brandligtsdijk uit Stuifzand geweest. Zijn vader Roelof Smit was ook al iemker. Op de foto zien we Reinder als jongeman, in de jaren ’40. Hij was een man van vastigheden en tradities. Zijn familie werd dan ook in 2003 of 2004 door hem op het hart gedrukt, dat bij zijn afscheid de bijen aangezegd dienden te worden. Zijn grote hobby, de iemkerij, die moest goed worden afgerond, anders kwam het niet goed met de bijen. Reinder wist zelf gedeeltelijk de tekst, zoals deze van oudsher gezegd hoorde te worden. Enkele dames uit de kring van zijn nabestaanden zetten deze op papier, vulden hem aan met wat ze vonden op internet, en lieten het lezen. Reinder ging akkoord, hij was er blij mee, zo hoorde het te gebeuren. Als we de tekst opzoeken, blijkt het te gaan om een gedicht dat geschreven is in 2002, voor het overlijden van bijenkenner Dick Vunderink. Er zullen ongetwijfeld oude woorden in zijn verwerkt. Reinder overleed op 28 oktober 2010. Vervolgens togen vier dames naar zijn korven, met een tekst in handen. Het waren de zussen Henriëtte en Cathrien Thalen, hun tante Rina en als jongste Hilde. Ze droegen een zwarte hoed. Om één van de korven was een zwart lint gestrikt. Er werd tegen die korf geklopt. Om de beurten lazen ze een couplet van deze tekst:


De baas is niet meer, hij leeft niet meer, bijen!

Vertel dit droef nieuws aan bloemen in weien.

Vertel dit droef nieuws aan hen die hem kenden.

Hij is niet meer bijen, die jullie verwende.


De baas is niet meer, hij leeft niet meer, bijen!

In rust van de nacht, kwam z’n ziel tot bevrijen.

Zijn adem blies zacht, geen kijker verzint

zo vredig het einde, van hem die je mint.


De baas is niet meer, hij leeft niet meer, bijen!

De winter komt aan, en kou doet je lijen.

Je voedsel kan schaars zijn, denk ik, onbekende.

Hij is niet meer bijen, die jullie verwende.


De baas is niet meer, hij leeft niet meer, bijen!

Hoe vaak toch zat hij – al rokende – bij je.

Bezag jullie snelheid, van vlucht onbekende.

Hij is niet meer bijen, die jullie verwende.


De baas is niet meer, hij leeft niet meer, bijen!

Wind rond de korven, bries trilt de zijen,

en klept straks de doodsklok, stemt af al je zoemklanken.

Zet in dan je korflied, Reinder zal je bedanken!


De tekst werd in een glazen potje gedaan en bij de korven gezet. De dames liepen weer weg. De belofte aan Reinder was vervuld. De bijen waren aangezegd. Nu kent u als lezer misschien nog andere iemkers, imkers, bijenhouders, hoe u ze ook noemt, bij wiens overlijden de bijen ook zijn aangezegd…… we horen het graag.

Nieuws

menu