Herfstkleuren en herfstvruchten verblijden mensen en vogels

Bessen van de kardinaalmuts. Foto: Hans Kruk

Wanneer je in de herfst een willekeurig natuurgebied, stadspark of je eigen tuin inloopt, dan spatten de herfstkleuren je tegemoet. Dat is nou zo mooi aan de herfst. Vanaf het einde van de zomer beginnen de eerste bomen en struiken te kleuren, vaak afhankelijk van de hoeveelheid regen die de afgelopen tijd is gevallen.

Dit jaar hadden wij een natte zomer en het viel mij op dat zoveel bomen en heesters laat begonnen te kleuren en hun blad verloren. Wat ook direct in het oog springt, zijn de besdragers, bomen en struiken met gekleurde vruchten of bessen. De lijsterbes, die al vroeg in de zomer kleurt, wordt snel kaal gegeten door merels en lijsters. Meidoorn, sleedoorn en vogelkers, ondergaan hetzelfde lot. De mussen in mijn tuin wachten niet eens tot de lijsterbes oranje kleurt, maar eten de besjes groen van de struik.

Gevarieerd bos

In onze grote aaneengesloten multifunctionele bossen vind je relatief weinig bomen en struiken met bessen. Van oudsher werd vooral gekeken naar de productiviteit en uit een lijsterbes of meidoorn haal je geen hout. Gelukkig hebben de bosbeheerders tegenwoordig wél oog voor de medegebruikers van de bossen: vogels, zoogdieren en andere vruchteneters. Bij het beheer van de huidige bossen kijken wij niet alleen naar de toekomstige productiviteit, lees: het aantal kubieke meters dat in de toekomst kan worden gezaagd, maar ook naar de variatie in soorten. Natuurlijke verjonging heeft bij bosontwikkeling de voorkeur. Dan wachten we tot inheemse soorten zich spontaan vestigen. Soms is het aantal soorten te beperkt en ‘helpen’ we de natuur een handje door extra soorten bij te planten. In die situatie hebben bes- en vruchtdragende soorten de voorkeur zoals lijsterbes, hazelaar, meidoorn, sleedoorn, kardinaalsmuts, vuilboom, Gelderse roos, zoete kers, wilde roos, meelbes, enzovoort. Natuurlijk kijken we of de groeiplaats voor bepaalde struiken en heesters geschikt is. De wilde kardinaalsmuts vind je op enkele plekken in het Dwingelderveld. Het is een inheemse soort voor Drenthe, die vooral op kalkrijke en voedselrijke gronden te vinden is. De vruchten worden door merels, kramsvogels en lijsters gegeten. De zaden verlaten het vogellichaam onverteerd en zorgen zodoende voor de verspreiding van deze fraaie heester. De duindoorn komt maar op een enkele plek voor in Drenthe. Zoals zijn naam aangeeft, is het een stuik uit het kustgebied. Net als de wilde kardinaalsmuts een kalkminnende soort, die tijdens de najaarstrek door veel vogels wordt bezocht.

Nieuws

menu