Een reeks van contracten aan de basis van Hoogeveen

Historicus Albert Metselaar duikt wekelijks voor de Hoogeveensche Courant in het verleden. Deze keer: de veenverdragen

Burgemeester Bouma had mensen in kleding gestoken van lang na 1625.

Burgemeester Bouma had mensen in kleding gestoken van lang na 1625. Foto: Albert Metselaar

Er is een tijd geweest dat we nog ‘gewoon’ konden zeggen dat Hoogeveen was gesticht in 1625, op 20 december, toen Roelof van Echten 5000 morgen (pakweg 5000 hectare) veengrond kocht van de boeren van Steenbergen en Ten Arlo. We weten inmiddels uit onderzoek, dat dit ‘verhaal’ in de wereld is geholpen omdat mensen daarmee het één konden verdoezelen, en het ander naar zich toe konden trekken. Geschiedenis als hulpmiddel voor macht en belastingen. In 1625 werd er niets gekocht, maar geruild, het was hooguit 1000-2000 morgen, en het was geen grond maar veen. Vergelijkbaar met het kopen van de oogst van een roggeveld. Het veld zelf bleef van de oorspronkelijke eigenaar. Er werd ook niets gesticht. Hoe we dit weten? Alle akten die inmiddels openbaar zijn, zijn doorgespit. Zelfs Roelof van Echten zelf sprak in een brief tegen, wat later door mensen van hem beweerd werd. Burgemeester Bouma wist al heel veel toen hij in 1925 het zogenaamde 300-jarige bestaan liet vieren. Het feest ging door, maar de kleding was door de adviezen van ver ná 1625.