Doortrek van gewone tapuiten leidt niet tot broedgevallen - Chronisch gebrek aan konijnenholen in natuurgebieden

Natuurcorrespondent Hero Moorlag vertelt wekelijks in de rubriek Groen en Doen over uiteenlopende onderwerpen op het gebied van flora en fauna. Deze week: De doortrek van de tapuit.

Vrouwtje tapuit is beige.

Vrouwtje tapuit is beige. Foto: Hero Moorlag

Jarenlang zag je ze op de weilanden waar nu woonwijk De Erflanden ligt. In hun collectief geheugen was het voormalige Ten Arloërveld opgeslagen, een uitgestrekt heideveld ten zuiden van Hoogeveen. In de tachtigerjaren liepen we over het doodlopende pad naast de boerderij van Neutel naar het oosten. Onze kinderen noemden dit pad het hazenpaadje. In de lente zagen we hazen, patrijzen, kieviten en twee soorten tapuiten, roodborsttapuit en gewone tapuit. De tapuiten waren op doortrek, want broeden in een weiland doen ze niet. Toch wisten ze kennelijk dat hier ooit een heideveld had gelegen. Roodborsttapuiten broeden op onze heidevelden, het liefst in dichte begroeiing. De gewone tapuit is een holenbroeder. Hij is volledig afhankelijk van de aanwezigheid van konijnenholen. In de duinen aan de Hollandse kust en op de Waddeneilanden vinden ze nog beperkt wat ze zoeken voor hun voortplanting, konijnenholen aan de voet van een duin.

Speciale tapuitnestkasten

Nieuws

menu