Dodenherdenking en monumenten in Hoogeveen | Historie

Historicus Albert Metselaar duikt wekelijks voor de Hoogeveensche Courant in het verleden. Deze keer: Dodenherdenking en monumenten in Hoogeveen.

Het Joodse namenmonument op de grote Davidster.

Het Joodse namenmonument op de grote Davidster. Foto Collectie Albert Metselaar

Doden herdenken is niet vanzelfsprekend. Dat we dat kunnen, en dat we daar onze eigen vormen voor weten te vinden, dat is een teken van de vrijheid waarvoor een deel van die doden gestorven is. Herdenken is tevens een vorm van wakker blijven. Energie opladen. Bewustwording. Want een ander deel van de doden van de oorlog is juist gekomen doordat gebrek aan vrijheid een zieke geest de kans geeft om onschuldigen te slachtofferen. Dat nooit weer, dat klinkt goed, maar kan alleen als we zo nu en dan onze herinneringen activeren, de geschiedenis blijven doorvertellen. Herdenken. Waar lopen we in Hoogeveen op 4 mei langs?

Terreurslachtoffers

Al in de oorlog zelf werkte men aan plannen om te komen tot oorlogsmonumenten voor gesneuvelde soldaten en andere slachtoffers. Onder leiding van burgemeester Tjalma werden alle initiatieven bij elkaar gezet, want het beleid was in die dagen: 1 monument voor iedereen, geld in 1 potje. Op 4 mei 1949 werd het resultaat onthuld: het monument van de witstenen man, tegen een denkbeeldige muur. Bij die onthulling sprak men van een monument voor 233 personen voor ‘degenen die voor ons allen het leven lieten’. ‘Onthulling monument gevallenen 1940-1945’, lezen we op de uitnodiging voor de onthulling. Het monument is dan wel voor alles en iedereen, maar het is anoniem én de nadruk is toch wel sterk geweest op ‘gevallenen’. Zo spreek je over militairen, verzetslieden. Niet over terreurslachtoffers. Nu is het nog steeds het monument voor alle slachtoffers van de hele gemeente van de oorlog, ook voor de delen die er later bij kwamen.