Deze maand 40 jaar geleden: De ramp die nog wekenlang het gesprek van de dag bleef | Luchtpost

Het is deze maand precies 40 jaar geleden dat twee F-16 straaljagers van de Vliegbasis Leeuwarden neerstortten vlakbij Noordscheschut, met voor de beide betrokken vliegers fatale gevolgen. Als door een wonder vielen er onder de burgerbevolking geen doden en bleef het bij materiële schade. Het ongeluk maakte enorm veel indruk op de inwoners van Hoogeveen en de omliggende dorpen. Vooral de gedachte dat men op het nippertje was ontsnapt aan een nog veel grotere ramp, zorgde ervoor dat het F-16 ongeval nog wekenlang het gesprek van de dag bleef. Als de straaljagers enkele seconden later zouden zijn neergestort, waren ze namelijk midden in het dorp Noordscheschut terechtgekomen.

Als een platte steen over het water, stuitert de J-224 weer hoog de lucht in, daarbij een enorme staart van vuur achter zich aantrekkend.

Als een platte steen over het water, stuitert de J-224 weer hoog de lucht in, daarbij een enorme staart van vuur achter zich aantrekkend. Fotomontage Gerrit Boxem

Het is dinsdagavond 26 april 1983, acht uur. Op de vliegbasis Leeuwarden starten diverse F-16’s voor het wekelijkse avondvliegen. Twee toestellen die op deze avond een gezamenlijke onderscheppingsoefening boven Noord-Nederland zullen uitvoeren zijn de J-227, met als vlieger de ervaren kapitein-vlieger Han Huisman (32 jaar) en de J-224, bemand door de tweede luitenant-vlieger Bob van Winkel (23 jaar). Na de start vliegen beide F-16’s naar Zuid-Drenthe waar ze een onderscheppingsoefening zullen gaan houden. Om de beurt spelen de straaljagers daarbij de rol van de vijandelijke indringer die onderschept moet worden.

Onderscheppingsoefening

Tijdens zonsondergang, het is tegen negenen, beginnen de vliegers op een hoogte van 8,5 kilometer boven Hoogeveen, aan hun derde onderscheppingsoefening van die avond. Huisman speelt daarbij ‘de vijand’ speelt, terwijl Van Winkel hem moet onderscheppen. Tijdens het luchtgevecht dat zich daarna ontwikkelt gaat er iets verschrikkelijk mis. Er wordt snel hoogte verloren en het duurt maar even of de beide vliegtuigen komen onder het zogeheten veiligheidsminimum. Door een combinatie van een lage zonnestand en het ontbreken van een duidelijke horizon als gevolg van een heiig weertype hebben de vliegers niet op tijd door dat ze veel te laag uitkomen. Bovendien zijn ze zo fanatiek bezig het luchtgevecht te beoefenen, dat ze op geen enkele moment hun hoogtemeter in de gaten houden. Het systeem waarbij de vliegers met een computerstem gewaarschuwd worden als ze te laag komen, is in 1983 nog niet in de F-16’s aangebracht.