De schepen van Bruins Slot (3): De Risico verlengd

Het schip, de Risico, was in 1931 in Hoogeveen gebouwd 32,00 m lang en 228 ton laadvermogen. Dit was in opdracht van Harm Bruins Slot, door zijn vrienden werd hij H.B.S. genoemd. In 1955 werd het schip verlengd en was toen 39,95 lang. Men kon nu 322 ton vervoeren.

De Dankbaarheid als sinterklaasboot.

De Dankbaarheid als sinterklaasboot. Foto: Archief Albert Wolting

In 1962 ging H.B.S. aan wal. Zijn zoon Henk heeft een paar jaar met de Risico gevaren en het stuurwerk verbeterd. Daarna werd Marinus Blokzijl in 1965 zetschipper op de Risico. Men had een zogenaamde relatievaart. Men voer vast zand en grind op Medemblik. De eerste motor was inmiddels al lang vervangen door een Deutz van 100 pk. Men laadde grind in de buurt van Roermond. De laatste sluis die men moest passeren was bij Roermond. In die sluis lagen vaak meerder schepen die grind moesten laden. In volgorde van het binnenvaren van het grindgat werd geladen. Zodra de sluis open ging begon de racepartij om als eerste het grindgat te bereiken. Op de Risico werd dan alles op alles gezet. De schippersknecht ging naar de machinekamer en drukte de regelaar van de brandstofpomp boven zijn afstelling. Daardoor voer sneller dan normaal. De ramen in de stuurhut stonden te klapperen van het gedreun. Niet altijd werd deze race gewonnen. Er mankeerde nooit wat aan de Deutz.