Commissaris van de Koning Jetta Klijnsma bezoekt vrijwilligers van Willem de Boer Huis in Hoogeveen

Commissaris van de Koning Jetta Klijnsma bezoekt vrijwilligers van Hospice Hoogeveen.

Commissaris van de Koning Jetta Klijnsma bezoekt vrijwilligers van Hospice Hoogeveen. Foto Acanthis

Commissaris van de Koning van Drenthe, Jetta Klijnsma, heeft donderdag een bezoek gebracht aan het Willem de Boer Huis in Hoogeveen. Hier bezocht zij de vrijwilligers van zorglocatie Acanthis.

Diny Bisschop, vrijwillig coördinator van het hospice en Hennita Schoonheim, directeur-bestuurder van Acanthis hebben Jetta Klijnsma ontvangen. Klijnsma heeft tijdens een rondleiding in het hospice kennis gemaakt met een aantal zorgvrijwilligers en een kookvrijwilliger. Met één van de gasten die in het hospice verblijft heeft zij gesproken over hoe de gast het verblijf in het hospice ervaart.

Klijnsma was onder de indruk van de ruime kamers, die elk een eigen badkamer en buitenterras hebben. Samen met de woonkamer en de ronde patio heerst er een huiselijke sfeer in het hospice. Er lopen 80 vrijwilligers rond bij het hospice, wel in verschillende diensten, om de mensen een zorgeloze laatste fase van het leven te geven.

Palliatieve zorg aan huis

Naast de interesse in het gebouw, was Klijnsma ook erg benieuwd naar de vrijwilligers die zich bij inwoners thuis inzetten als zorgverlener. „Het is heel fijn dat mensen de laatste fase van hun leven thuis door kunnen brengen met ondersteuning van Acanthis”, stelt ze. „Als de zorgvrijwilligers er zijn, kan de naaste van de zieke even uitrusten of iets voor zichzelf gaan doen zodat ze de zorg voor hun geliefde daarna weer op zich kunnen nemen.”

Na de rondleiding is er uitgebreid met elkaar gesproken over de toekomst van het inzetten van vrijwilligers thuis en in de hospices in Drenthe. De vraagstukken die spelen, zoals de toenemende vergrijzing en de toenemende tekorten aan zorgpersoneel, zijn ook besproken. „De verwachting is dat er in de toekomst een groter beroep gedaan zal worden op vrijwilligers om de nodige zorg, zowel thuis als in de hospices, te blijven geven.”