Belang van bloemrijke graslanden, ontstaan na jaren van verschralen | Column Hans Kruk, boswachter bij Staatsbosbeheer
Binnen ons werkgebied in Zuidwest-Drenthe beheert Staatsbosbeheer ongeveer 800 hectare bloemrijke graslanden. Dat zijn gebieden met een grote variatie aan grassen en bloeiende kruiden. Door die grote verscheidenheid aan soorten zijn dergelijke weides ecologisch interessant. En dan gaat het niet alleen om de botánische waarde, ook voor veel vlinders, zweefvliegen, kevers en kleine bodemdiertjes zijn deze terreinen belangrijk.

Havelterberg, resultaat na verschralen: grasklokje en gevlekte orchis. Foto: Hans Kruk
De officiële naam die wij voor dit soort weidegronden gebruiken is: kruiden- en faunarijk grasland , aangeduid met het beheertypenummer N12.02. Als wij met collega’s onder elkaar over een ‘goed ontwikkelde 12.02’ spreken, dan hebben wij daar direct een beeld bij: een kleurrijk weidegebied, waar veel verschillende grassen en kruiden groeien en waar het op een mooie zomerse dag gonst van insecten. De terreincondities zoals voedselrijkdom en waterhuishouding spelen daarin een belangrijke rol.